Extra geld naar Rijksarchief

Het Keizerlijk Instituut voor Vastlegging en Archivering (KIVA), beter bekend als het Rijksarchief, krijgt meer financiële middelen. Een voorstel van de politieke partij Popolor 81, dat brede steun kreeg in het Volkspaleis, pleitte voor deze verhoging van het budget, benadrukkend dat het instituut cruciaal is voor de nationale belangen.

Het voorstel benadrukt dat het Rijksarchief recentelijk te lijden heeft gehad onder bezuinigingen, wat de werking en het onderhoud van het archief heeft belemmerd. Déros Tisálor, directeur van KIVA, licht toe:

“Ons instituut is bijna zo oud als het Keizerrijk zelf. Dankzij de bewaarde documenten hebben we waardevolle inzichten in onze geschiedenis verkregen, die ons onderscheiden van vele andere landen.”

Tisálor benadrukt het belang van toegankelijkheid van informatie voor toekomstige generaties: “Het is onze missie om zowel bestaande als nieuwe informatie beschikbaar te houden.”

De financiering zal ten goede komen aan de verbetering van de technologische infrastructuur van het archief, de uitbreiding van digitale archiveringsmogelijkheden en het onderhoud van de fysieke opslagruimtes. Verder is er ook budget gereserveerd voor de scholing van personeel om deze archieven te beheren en toegankelijk te maken voor het publiek.

Tijdens de debatten in het parlement werd de noodzaak van het behoud van het Rijksarchief breed ondersteund. Een parlementariër voegde toe: “In een tijdperk waarin informatie snel evolueert en digitale archieven steeds belangrijker worden, is het van cruciaal belang dat we ons historisch geheugen en cultureel erfgoed veiligstellen.”

Deze ontwikkeling wordt door velen gezien als een belangrijke investering in de toekomst en een blijk van erkenning voor het belang van geschiedenis en erfgoed in onderwijs en maatschappij. Tisálor besluit: “Dit is een investering in onze toekomst, gebaseerd op de lessen uit ons verleden.”